Antwoord op vragen over het sociaal domein

Vermogen

De gemeente bekijkt welke bezittingen u hebt en hoeveel deze waard zijn om vast te stellen hoe hoog uw vermogen is bij de aanvang van de bijzondere bijstand. Daarna bekijkt de gemeente of u schulden hebt. Deze worden van het totaalbedrag van uw bezittingen afgetrokken. De uitkomst is de hoogte van uw vermogen. Als u (en uw gezin) meer vermogen hebt dan is toegestaan, dan hebt u geen recht op bijzondere bijstand. U mag maximaal aan vermogen hebben:

  • € 7.575,00 voor een alleenstaande
  • € 15.150,00 voor een alleenstaande ouder
  • € 15.150,00 voor gehuwden samen

Tijdens de bijstandsuitkering wordt het vermogen op een andere manier vastgesteld.

Hoogte van uw bezittingen

Voorbeelden van bezittingen waar de gemeente rekening mee houdt zijn:

  • Contant geld
  • Tegoeden op (lopende)bank- en girorekeningen
  • Tegoeden op (internet)spaarrekeningen
  • (Vakantie)huizen
  • Aandelen
  • Auto’s, caravans, motoren en boten
    De gemeente kan hebben bepaald dat zij geen rekening houdt met een auto, caravan of motor zo lang deze niet te veel waard is.

De gemeente kijkt ook naar bezittingen in het buitenland (zoals huizen, grond of tegoeden op buitenlandse spaarrekeningen).

Bezittingen waar u aan kunt komen

De gemeente houdt niet alleen rekening met bezittingen die u hebt. De gemeente kijkt ook naar bezittingen die u zou kunnen hebben als u zich hier voor zou inzetten. Voorbeelden hiervan zijn geld dat u aan iemand geleend hebt, maar dat u direct terug kunt vragen of spaargeld dat u op kunt nemen als u een boete betaalt. Als u er zelf voor kiest om vastgezet geld niet op te nemen, een verzekering niet af te kopen of geleend geld niet terug te vragen, dan worden deze bezittingen door de gemeente toch meegerekend bij het vaststellen van de waarde van uw bezittingen.

Bezittingen waar u niet aan kunt komen

De gemeente houdt geen rekening met bezittingen waar u niet aan kunt komen. De gemeente houdt ook geen rekening met bezittingen die algemeen gebruikelijk zijn, zoals een bankstel, ijskast en persoonlijke sieraden.

Saldo op uw lopende rekening

Van uw betaalrekening moet u een aantal (vaste) lasten betalen, zoals huur, gas, water en licht en eten. De gemeente kan zelf bepalen of zij daarom met een gedeelte van het geld op uw lopende rekening geen rekening houdt:

Regels van ISD BOL

Het saldo op de lopende rekening

Van het saldo op de lopende rekening wordt in verband met lopende uitgaven geen rekening gehouden met een bedrag dat gelijk is aan de op u van toepassing zijnde bijstandsnorm. Staat u rood, dan wordt de roodstand als schuld beschouwd.

Spaarrekeningen

Het bedrag op uw spaarrekening(en) wordt beschouwd als vermogen.

Laatst bijgewerkt op 11-12-2018

 

Reservering voor uw uitvaart

De gemeente kan zelf bepalen in hoeverre zij rekening houdt met een afkoopbare verzekering of geld dat u zelf hebt gespaard voor uw begrafenis of crematie:

Regels van ISD BOL

Niet afkoopbare verzekeringen

Als het voor u niet mogelijk is om uw begrafenis- of crematieverzekering af te kopen, dan houdt ISD BOL geen rekening met de waarde van de verzekering bij het vaststellen van uw vermogen.

Als u had kunnen voorzien dat u bijstand nodig zou gaan hebben en u heeft geld gestopt in een niet afkoopbare verzekering, dan verlagen wij uw uitkering misschien. Namelijk als u daardoor onnodig een beroep op de bijstand doet. Dus als u van het geld dat u in de verzekering heeft gestopt, nog een tijd had kunnen leven.

Afkoopbare verzekeringen

Als u een afkoopbare begrafenis- of crematieverzkering heeft, dan houdt ISD BOL wel rekening met de waarde bij het vaststellen van uw vermogen. U heeft dan namelijk de mogelijkheid om de verzekering af te kopen zodat u over het geld kunt beschikken. Het maakt verder niet uit of u ook echt de verzekering afkoopt.

Laatst bijgewerkt op 17-12-2018

Giften en schadevergoeding

Het ontvangen van giften en schadevergoeding kan van invloed zijn op de hoogte van uw bijstandsuitkering.

Hoogte van uw schulden

Bij het vaststellen van uw vermogen, houdt de gemeente rekening met uw schulden. Deze worden afgetrokken van het bedrag aan bezittingen dat u hebt. De gemeente houdt alleen rekening met schulden:

  1. die u hebt aangetoond; en
  2. die u ook echt moet terugbetalen

Studieschulden WSF 2000

De gemeente hoeft geen rekening te houden met studieschulden in het kader van de WSF 2000 (en de WSF 18+). De reden hiervoor is dat de aflossing van studieschulden afhankelijk is van wat u aan inkomen ontvangt en dat na een bepaalde tijd de studieschuld kan worden kwijtgescholden.

Schulden aan familieleden

De gemeente houdt alleen rekening met een schuld aan een familielid als u aantoont dat u de schuld ook echt moet terugbetalen. Als alleen is bepaald dat u de schuld moet terugbetalen “zodra u daartoe in staat bent”, dan hoeft de gemeente geen rekening te houden met die schuld.

Toekomstige uitgaven

De gemeente houdt bij de bepaling van de hoogte van uw vermogen geen rekening met toekomstige uitgaven.